Een typisch Amerikaanse muzieksoort is toch wel Country & Western. De meeste teksten van de countrysongs zijn erg voorspelbaar en oppervlakkig. Bedrogen mannen, hopeloze liefdes en het beteren na een gevangenisstraf zijn veel gebruikte thema’s. Maar in die simpelheid schuilt ook deels de charme van deze muziek. Na 1950 ontstaan in Amerika allerlei mengvormen van countrymuziek met Rhythm and Blues. Met Rock en met Folk. Door die mengvormen beïnvloedt de country & westernstijl op veel manieren de popmuziek. Er staan heel wat songs in de hitlijsten van o.a. groepen als Creedence Clearwater Revival, en The Band. En solisten als Rod McKuen en Lynn Anderson. Bij Neil Diamond en Johnny Cash hoor je op enige afstand de Country klinken.

Er gebeurt natuurlijk veel meer op het gebied van de popmuziek. De ex-beatles en de voormalige leden van Crosby, Stills, Nash & Young zoeken ieder hun eigen weg. Dat leid tot interessante soloprojecten.

Halverwege de jaren 70 doet de videoclip zijn intrede. Dit zal de muzikale mogelijkheden van de popmuzikanten enorm vergroten. De videoclips kunnen de popmuziek veel beter ondersteunen dan optredens in shows op tv met sfeerloze achtergrond decors. Het komt steeds vaker voor dat groepen en solisten filmpjes maken, die ze naar de makers van tv programma’s opsturen. Ze komen niet meer naar de studio voor een playback optreden.

De rockmuziek wordt steeds commerciëler, zoals te horen is bij Sweet, Slade, Alice Cooper en Gary Glitter. Rond dezelfde tijd beginnen de hippies hun haardracht te veranderen. Ook bij succesvolle nieuwe bands zoals de Eagles, David Bowie, Abba en 10CC, wordt de haardracht langzaam maar zeker korter. Het halflange kapsel komt in. De invloed van de Beatles die allang uit elkaar zijn is nog steeds enorm groot.

Het duurt nog tot 1975 voordat de popmuziek het beeld ontdekt. Roger Glover & friends komt met de eerste videoclip. Dit zal de popmuziek enorm sterk beïnvloeden. Zonder clip geen Hit. Aanvankelijk gebruiken de meeste bands en solisten nog geen videoclips.

Midden jaren 70 verandert de popmuziek drastisch. Dit vindt plaats in de West-Europese en Amerikaanse grote steden. Veel mensen tussen de 20 en 30 jaar zoeken naar een eigen levensstijl, die stijl wordt gevonden in de discotheken, met als centrale figuur de Diskjockey en zijn platenkeuze. Deze keuze beperkt zich op grond van de voorkeur van het publiek tot dansbare muziek. Hier spelen de platenmaatschappijen goed op in. Met muziek met een strak ritme en de klank van de Synthesizer. Er ontstaat een nieuwe muzieksoort, die genoemd wordt naar haar geboorteplaats DISCO. In 1974 is de eerste discoplaat te beluisteren. Toch duurt het nog twee jaar voordat deze muziekstijl een rage wordt. Mede door producer Giorgio Moroder en zangeres Donna Summer.

Sterren als Elton John en Brian Ferry en groepen als Queen en Roxy Music onderstrepen de klasse van de Engelse popscene. Oudgediende als Bob Dylan, Fats Domino en Chicago zorgen voor goede muziek aan de Amerikaanse zijde.

In 1978 omhelst voornamelijk het jonge publiek hartstochtelijk de dansmuziek uit films als Grease en Saterday Night Fever. Het zijn romantische melodieuze songs die de hitparade beheersen. In veel opzichten herleeft in 1978 een muziekstijl die in Amerika tussen 1930 en 1950 ook al heel populair was